Sedert zaterdag 18 april zijn we nog eens op bezoek in de Glenwild Road, 40 in Madison, New Jersey. De vleigtuigreis verliep vlot en Greet was weer net op tijd om ons ’s middags af te halen op de luchthaven in Newark. Bert was met Karel en Toontje naar de parade van het baseballteam van Karel, maar was bij thuiskomst ook terug. Het weerzien met de kinderen was alsof we elkaar slechts enkele weken niet meer gezien hadden en Toontje liet van dan af zijn duidelijke voorkeur voor opa weer uitdrukkelijk blijken. Zou hij toch al bewust zijn van onze gemeenschappelijke verjaardag?
’s Anderendaags, op zondagmiddag (de winkels zijn hier ook op zondag open), gingen we met Greet even naar de “Target”, een reuzediscount. Ik werd weer eens geconfronteerd met de nogal puriteinse instelling van de Amerikanen. Toen Lutgarde even iets ging passen in de fitting room (aparte pasruimte voor mannen en vrouwen) en ik in de gang even wilde gaan monsteren of het haar ook ‘stond’, werd ik prompt door een andere wachtende klant aangemaand de ruimte te verlaten want ‘de vrouwen ontkleden zich in de paskamertjes’. Voor haar en haar sexappeal had ik nochtans zeker niet achter het gordijn gegluurd… Soit, ik heb er geen probleem van gemaakt en Lut is zich dan maar zelf buiten de fitting room komen showen.
Een van de volgende dagen heb ik me wat verdienstelijk gemaakt met het aanbrengen van een afsluiting aan weerszijden van het huis zodat Greet de kinderen zonder risico buiten kan laten spelen.
Van donderdagmorgen tot zaterdagavond hebben we genoten van een trip die onze dochters ons cadeau deden: een driedaags verblijf in Washington op 4 u trein van Newark. Het werd een uitzonderlijke ervaring. Alles viel dan ook 100% mee: het Marriot hotel Rosslyn over de rivier Potomac, schitterend weer zonder ook maar een wolkje en een prachtige stad, zo totaal anders dan New York.
Waar New York een en al drukte is met hoge gebouwen, chaotisch verkeer en een smeltkroes van bezige, gehaaste en jachtige mensen van alle kleuren en rassen, is het centrum van Washington een ruime, open stad van imposante publieke gebouwen, netjes geordend rond de groene Mall met aan een uiteinde het reusachtige Capitool en aan de andere kant het Lincoln Memorial. Ertussen de spitse zuil van het Washington monument, de monumenten voor de gesneuvelden van de tweede wereldoorlog en de oorlogen in Vietnam en Korea. Aan weerszijden heeft men het Witte Huis, regeringsgebouwen en een rits van wel 15 interessante musea, allen met gratis toegang op uitdrukkelijke wil van een zekere ‘ Mecenas’ Smitson die rijkelijk sponsorde.
We beperkten ons noodzakelijkerwijze tot 3 musea: dit van de Indianen, van de lucht- en ruimtevaart en het Holocaustmuseum : indrukwekkend en het laatste erg aangrijpend.
Enkele dingen vielen ons vooral op in deze stad:
– het geweldige nationalisme, de enorme burgerzin en de nationale fietrheid van de Amerikanen. Hun land met zijn idealen van vrijheid en democratie is hen heilig.
– vandaar ook een geweldige waardering en verering voor al degenen die het land groot maakten en vooral voor wie dit met hun leven bekochten: de prachtige monumenten voor hen getuigen ervan.
– hun gevoel van verantwoordelijkheid als leidende macht in deze wereld: hiervoor waren ze bereid een enorme prijs te betalen: de 58000 gesneuvelden in Vietnam (allen bij naam in de muur van dit monument gebeiteld), de slachtoffers van Korea, de tweede wereldoorlog, Irak, Afganistan…
– de opvallende ordelijkheid en netheid van deze stad: geen grafiti of besmeurde monumenten of gebouwen, prima onderhouden wegen, metro, grasvelden en parken, alles gecontroleerd door een leger van politiemensen in allerlei uniformen, maar ook veel respect opgebracht door de talrijke bezoekende Amerikanen.
We hadden het allemaal wel eens op foto’s of op tv gezien, maar in werkelijkheid is het nog veel grootser en indrukwekkender: het Capitool waar onlangs de inauguratie van Obama plaats had met ervoor honderdduizenden Amerikanen op de grasvelden van de Mall, het Lincoln memorial waar Martin Luther King zijn beroemde redevoering ‘I have a dream’ uitsprak voor duizenden betogers: historische monumenten.
We brachten er ook een bezoek aan het Belga Cafe, gerund door de Vlaamse Bart Vandaele (werkte nog in Scholteshof en is de levenspartner van Greet Dekeyser, correspondente van de VRT). De frit was er echt belgisch en dus lekker.
Een geweldige indruk liet ook het Arlington National Cemetery, waar de gesneuvelden van de door de Amerikanen gevoerde oorlogen en hun echtgenoten begraven worden. We brachten er uiteraard een bezoek aan het graf van JF Kennedy en zijn echtgenote Jackeline Bouvier en twee van hun kindjes. Het kerkhof is zo groot, zo goed onderhouden en zo ingetogen! Iets hogerop is er het reusachtige standbeeld van de 6 soldaten die de Amerikaanse vlag plantten op het strategisch belangrijke eiland Iwo Jima, gemaakt naar een foto van een oorlogsreporter en het Carillon (beiaard), uit dankbaarheid geschonken door de Nederlandse regering.
We hebben onze weg in Washington wel even moeten zoeken in een eerder ingewikkelde maar prachtige metro. Er was wel 1 probleem: om uit de metro te raken naar ons hotel moesten we langs een roltrap met wel 50 meter hoogteverschil, een verschrikking voor Lutgarde, die het toch maar “erg eng” vond. Ze verkoos toch wel de roltrap boven de gewone…
Ondertussen zijn we terug in Madison. Samen met Greet trokken we nog twee dagen naar New York, gans anders dan Washington, maar toch ook heel boeiend. Washington geeft de indruk van een statige, waardige dame terwijl New York gelijkt op een onstuimige luidruchtige tiener, non-conformistisch tot in het extreme en bruisend van leven en energie. Het contrast is op zijn scherpst als men het centrum van beide steden vergelijkt: Times Square in New York en de Mall in Washington. Maar het zijn beiden steden om van te houden, te bezoeken en terug te bezoeken. Wie weet!
Karel spreekt ondertussen al een hele mondvol “Amerikaans” engels en kan ook al verrassend goed lezen. Dankzij de wekelijkse Nederlandse school in het nabijgelegen Summit doet hij dit ook al behoorlijk in het Nederlands. Hij vindt nog altijd dat zijn opa niet zo goed amerikaans kan en spreekt als een ‘engelander’. Wat erger is, hij beweert dat zijn oma Lut het er beter van af brengt, maar dat is vast maar plagerij. Hij laat het trouwens niet na ons beiden op tijd en stond te verbeteren…
Na enkele dagen verwoed oefenen is zijn opa er ook in geslaagd hem te leren fietsen zonder steunwieltjes. Tot grote fierheid en vreugde van hem en zijn papa en mama. Ondertussen oefent hij elke zaterdag met zijn ploeg in het Amerikaanse baseball.
Toontje blijft de olijke en verleidelijke peuter, het zonnetje in huis die meer en meer woordjes probeert na te bootsen en blijkbaar zangtalent heeft. We gaan met een bang hart het ogenblik van het afscheid tegemoet…
Bert is als steeds busy busy. Van maandag tot de voorbije nacht was hij weer eens van huis naar San Diego in Californie. Deze morgen vroeg vertrok hij toch weer opnieuw naar zijn werk. Daar was hij maandagvoormiddag wel de onmiddellijke – zij het niet echt bevoorrechte – getuige van het incident met de Boeing 747, die rakelings langs de building vloog waar hij in vergadering was. Op zeker ogenblik zag hij samen met zijn collega’s het vliegtuig precies in hun richting komen vliegen. Er was even echte paniek. Een van zijn medewerkers had toch nog de tegenwoordigheid van geest om de zaak op film vast te leggen. Te zien op facebook!
Greet maakt het goed al heeft ze het ook druk met een drukke en vaak uithuizige echtgenoot, haar twee kindjes en haar huishouden. We merken echter dat ze haar draai hier vindt en het amerikaanse leven goed onder de knie krijgt. Ze houdt haar conditie op peil met regelmatige fitness in de YMCA van Madison en onderhoudt goede contacten met de school van Karel, de ouders van de medeleerlingen, de buren en niet te vergeten de andere nederlandstalige vriendinnen uit de buurt.
Zo, dat was het! Het is weer verder uitgelopen dan ik bedoelde, sorry. Er zou nog zoveel te vertellen zijn over de amerikaanse mentaliteit, de levensduurte, de manier van televisie maken, de scholen, de sport, het kerkelijke leven…
Maandagavond keren we terug naar Belgie (als de Mexicaanse griep er geen stokje voor steekt) om dinsdagmorgen hopelijk gezond en wel in Zaventem te landen.
Ondertussen vele groeten van ons beiden.
Opa Libert